woensdag 27 april 2016
Lezing bij LiteRAR
Afgelopen zondag een lezing bij LiteRAR gehouden. Ik hoop dat het filmpje goed te beluisteren is. Ik begin het filmpje met een korte opmerking over auteursrecht, omdat het daar eerder in de middag over ging. Voor de rest moet de mini-lezing voor zich spreken.
maandag 18 april 2016
Keukenhof
Mijn complete wereldbeeld heeft trouwens wel op zijn grondvesten moeten schudden, en dat heeft alles te maken met de bloemen op de derde foto van boven. Zover ik weet hebben Narcissen hun naam te danken aan de mythe van Narcissus. Dit was een man die zo verliefd was op zichzelf dat hij in het water naar zijn spiegelbeeld bleef turen totdat de goden hem als straf voor zijn ijdelheid in een Narcis hebben veranderd. Bewijs voor deze mythe werd op twee manieren gevonden:
- Het kopje van de Narcis hangt wat voorover, alsof de bloem nog steeds aan het turen is.
- Narcissen kunnen niet samen met andere bloemen groeien. Ze zullen de andere bloemsoort uitroeien, wat een bewijs is voor hun ijdelheid.
Maar wat zie ik terwijl ik door de keukenhof loop te banjeren? Een heel mooi plantsoen met hyacinten en narcissen door elkaar heen. Kunnen die narcissen dan toch samen gaan met andere bloemen?
Het internet geeft alleen over narcissen en andere bloemen in een vaas uitsluitsel. Narcissen kunnen niet in een vaas met andere bloemen worden gezet omdat de narcissen een bepaald slijm afscheiden dat slecht is voor de andere bloemen. Maar hoe zit het dan met dit plantsoen? Zijn hyacinten gewoon de krachtpatsers onder de bloemen? Geldt deze giftigheid van de narcissen alleen voor bepaalde bloemsoorten?
zondag 17 april 2016
Bidden voor de rijken
Sinds iets meer dan een week heb ik het blad kunstschrift ontdekt. Dat wil zeggen, het bestond natuurlijk al voordat ik het ontdekte, maar toen kende ik het nog niet. Op marktplaats heb ik een enorme stapel kunstschriften op de kop kunnen tikken, ik heb er nu 68 in mijn bezit. Ik heb er in een week al 6 gelezen (á 45 pagina's per stuk). Elk kunstschrift licht een ander onderwerp uit de kunstgeschiedenis uit. Dat kan een thema, een persoon, een kunstvorm of iets anders zijn. Een van de thema's uit 2002 is het getijdenboek. Dat vind ik al een tijdje een prachtig onderwerp. En omdat we het toch over kleine kunst hebben gehad (postzegels) past een stukje over het getijdenboek goed in de reeks.
In de middeleeuwen moest er veel gebeden worden om de tijd in het toekomstige vagevuur te bekorten. Het vagevuur was de plek waar je ziel zou branden voor je zonden voordat je naar de hemel ging. Hoe meer tijd je had, hoe groter de plicht tot bidden op je drukte. Bepaalde gebeden hadden vaste momenten op de dag waarop ze gebeden moesten worden. De rijkere middeleeuwer (het gaat dan over de late Middeleeuwen) wilde natuurlijk niet gezien worden met een saai boekje waarin die gebeden stonden geschreven. Nee, de getijdenboekjes met de gebeden erin werden langzamerhand verheven tot ware kunstwerken. Toch bleven de boekjes wel klein en handzaam. Ik denk omdat ze door de eigenaar ook wel veel meegenomen werden.
Er zijn allerlei hele bijzondere getijdenboeken. Sommige zijn nog best wel van formaat, maar de meeste zijn vrij klein. De getijden die ik tot nu toe heb gezien zijn zeer rijk geïllustreerd aan de hand van allerlei Bijbelse thema's. Sommige verwijzingen zijn niet perse Bijbels, maar verwijzen naar mythische gelovige verhalen die door de tijd heen zijn ontstaan. Daarnaast zijn de getijdenboeken vaak in de rand geïllustreerd. Voor de rand illustraties worden meer wereldse thema's gekozen.
Ik kan niet zeggen dat ik alle Bijbelse verwijzing direct snap. Daarom trekken de randversieringen van de getijdenboeken mij eigenlijk meer. Als je hier klikt zie je een bladzijde van het Trivulzio getijdenboek, dat in het bezit is van de Koninklijke bibliotheek. Het omkaderde plaatje met het religieuze thema zegt mij niets (misschien is het thema wel gewoon vier monniken die Maria aanbidden en beeldt het helemaal geen scène uit de Bijbel uit). De dieptewerking in het plaatje is trouwens echt erg mooi, dat ben je niet gewend van een Middeleeuwse schildering.
Wat ik eigenlijk het leukst van de hele pagina vind, is dat mannetje onder de schildering die helemaal los staat te gaan. Hij zit helemaal in de muziek, met zijn gekke kousjes aan. Dat zou nou niet de eerste tekening zijn die ik in een gebedenboek zou plaatsen. Blijkbaar kon dat toch.
In het Zweder Getijdenboek zie we illustraties terug die wat meer typisch zijn bij het religieuze thema. Op deze pagina zijn bijvoorbeeld engeltjes in de omkadering geschilderd. In het Getijdenboek van de Simon de Varie zijn de gekke mannetjes weer terug, op deze pagina bijvoorbeeld een hond met een hele gekke neus. Misschien is het een feniks? Op de bijgeschilderde afbeelding, die overigens niet al te vrolijk is, is de dieptewerking en het perspectief niet zo goed. De heilige op zijn knieën is bijna even groot als het huis waar hij voor staat. De mannetjes achter hem torenen zelfs boven het huis uit.
In de middeleeuwen moest er veel gebeden worden om de tijd in het toekomstige vagevuur te bekorten. Het vagevuur was de plek waar je ziel zou branden voor je zonden voordat je naar de hemel ging. Hoe meer tijd je had, hoe groter de plicht tot bidden op je drukte. Bepaalde gebeden hadden vaste momenten op de dag waarop ze gebeden moesten worden. De rijkere middeleeuwer (het gaat dan over de late Middeleeuwen) wilde natuurlijk niet gezien worden met een saai boekje waarin die gebeden stonden geschreven. Nee, de getijdenboekjes met de gebeden erin werden langzamerhand verheven tot ware kunstwerken. Toch bleven de boekjes wel klein en handzaam. Ik denk omdat ze door de eigenaar ook wel veel meegenomen werden.
Er zijn allerlei hele bijzondere getijdenboeken. Sommige zijn nog best wel van formaat, maar de meeste zijn vrij klein. De getijden die ik tot nu toe heb gezien zijn zeer rijk geïllustreerd aan de hand van allerlei Bijbelse thema's. Sommige verwijzingen zijn niet perse Bijbels, maar verwijzen naar mythische gelovige verhalen die door de tijd heen zijn ontstaan. Daarnaast zijn de getijdenboeken vaak in de rand geïllustreerd. Voor de rand illustraties worden meer wereldse thema's gekozen.
Ik kan niet zeggen dat ik alle Bijbelse verwijzing direct snap. Daarom trekken de randversieringen van de getijdenboeken mij eigenlijk meer. Als je hier klikt zie je een bladzijde van het Trivulzio getijdenboek, dat in het bezit is van de Koninklijke bibliotheek. Het omkaderde plaatje met het religieuze thema zegt mij niets (misschien is het thema wel gewoon vier monniken die Maria aanbidden en beeldt het helemaal geen scène uit de Bijbel uit). De dieptewerking in het plaatje is trouwens echt erg mooi, dat ben je niet gewend van een Middeleeuwse schildering.
Wat ik eigenlijk het leukst van de hele pagina vind, is dat mannetje onder de schildering die helemaal los staat te gaan. Hij zit helemaal in de muziek, met zijn gekke kousjes aan. Dat zou nou niet de eerste tekening zijn die ik in een gebedenboek zou plaatsen. Blijkbaar kon dat toch.
In het Zweder Getijdenboek zie we illustraties terug die wat meer typisch zijn bij het religieuze thema. Op deze pagina zijn bijvoorbeeld engeltjes in de omkadering geschilderd. In het Getijdenboek van de Simon de Varie zijn de gekke mannetjes weer terug, op deze pagina bijvoorbeeld een hond met een hele gekke neus. Misschien is het een feniks? Op de bijgeschilderde afbeelding, die overigens niet al te vrolijk is, is de dieptewerking en het perspectief niet zo goed. De heilige op zijn knieën is bijna even groot als het huis waar hij voor staat. De mannetjes achter hem torenen zelfs boven het huis uit.
maandag 11 april 2016
Domesday book 1086
Het is een beetje een verslaving aan het worden. Ik zit nu al een paar nachten na elkaar in verzamelmappen met kleine kunstwerkjes voor in de bovenhoek van een envelop te snuffelen. Het is niet alleen de manier waarop de postzegel is vormgegeven dat me interesseert, maar vooral dat de postzegel naar iets verwijst dat ik óf niet ken óf niet goed genoeg ken om alle verwijzingen in de postzegel te begrijpen.
Deze zegel maakt deel uit van een serie van vier zegels. Op elke zegel staan middeleeuwers een beetje hun ding te doen. Elke zegel heeft een ander thema. Mijn zegel legt de nadruk op ambachtslieden. Rechts staat een middeleeuwer in rode kleding op een plompverloren pilaar in te hakken. In het midden zijn twee middeleeuwers bezig met een plank (wat doen ze?). De middeleeuwer in blauwe kleding wordt daarbij in zijn billen gebeten. Links zijn twee middeleeuwers bezig met een lap en een koperen pot. Ik denk dat ze de stof aan het verven zijn. Echt perspectief is in de zegel niet aanwezig. Dat doet de voorstelling lijken op een 'echte' middeleeuwse tekening.
Maar wat heeft deze pittoreske middeleeuwse voorstelling nou met het Domesday Book te maken? Volgens een site van de BBC is het Domesday Book een juridisch document dat in 1086 werd opgesteld door de vorst om inzichtelijk te krijgen wie rechten had op welk stuk grond. Volgens de site is het document juridisch nog steeds geldend. Het boek bestaat uit 913 pagina's en beschrijft meer dan 13.000 plaatsen. Het boek werd als even bindend gezien als het laatste oordeel (domesday). Zoals bij het laatste oordeel Jezus op aarde terug zou keren om de goeden en de kwaden voor altijd te scheiden, zo is in een juridisch conflict het Domesday book immer doorslaggevend. Wat daarin staat, zal de rechter voor waarheid houden.
Met dat in het achterhoofd is ons domesday book voor de hard werkende figuren op de voorgrond waarschijnlijk helemaal niet zo interessant. De kans dat deze ambachtslieden groot grondbezitters waren is niet zo aanwezig. Alleen voor het mannetje dat in het, door mij niet eens benoemde, kasteeltje in de achtergrond woont is het boek echt interessant. Hij had er immers belang bij dat al zijn grond, die we op het plaatje zien, op de juiste manier in het Domesday book werd opgenomen. Anders had hij in de rechtszaal het nakijken.
dinsdag 5 april 2016
Nog even iets over een postzegel
Postzegels die historische gebeurtenissen laten zien zijn volgens mij alom tegenwoordig. In mijn mappen kom ik er in ieder geval heel veel tegen. Vaak gaan deze historische postzegels echter over de geschiedenis van het eigen land. Daarom viel de onderstaande Amerikaanse zegel mij zo op.
Deze zegel verbeeldt thema's uit de Franse revolutie. De Franse revolutie heeft vaak een verlicht imago omdat het oude juk door de bevolking werd afgeschud. Ik wil daartegenover toch wel graag benadrukken dat het echt geen leuke periode was waarin honderdduizenden mensen hun leven hebben gelaten.
De zegel is ingedeeld in dezelfde kleuren als de Franse vlag. In de drie aparte vlakken beelden klassiek geklede dames de drie onderdelen van de leus van de Franse revolutie uit: liberty, equality and fraternity, ook wel vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Links onder het woord 'liberty' zien we een engel met militaire attributen. Zij heeft een steen in haar handen met opschrift. Ik kan het opschrift niet lezen. Onder haar voeten vertrapt zij een duivels figuur.
Onder het woord 'equality' zien we een dame met een, naar het lijkt, wiskundig attribuut. Het lijkt een soort meetinstrument. Misschien wordt ermee bedoeld dat er met gelijke maten gemeten dient te worden. Dat was voorafgaand aan de Franse Revolutie namelijk hét topic. De eerste en de tweede stand (de adel en de geestelijkheid) genoten namelijk allerlei privileges, bijvoorbeeld op belastinggebied, die de burgerij niet genoot.
'Fraternity' wordt uitgebeeld door middel van twee zoenende kinderen. Deze worden door de dame met haar mantel afgedekt. In haar hand draagt de dame twee hartjes. Ik kon tijdens het bekijken van de zegel maar niet bedenken waarom twee zoenende kindjes broederschap uitbeelden. Deze site bood gelukkig uitkomst. De tekening is gebaseerd op een oude gravure. Op deze gravure zijn het echter een blank en zwart kindje die zich 'verzoenen'. Op deze postzegel zijn dat twee blanke kindjes geworden. Vrij frappant.
Ik heb nog meer wetenswaardigheden over de zegel ontdekt. Zo is de zegel uitgegeven op 14 juli 1989, tweehonderd jaar na de bestorming van de Bastille. De bestorming van de Bastille wordt vaak gezien als een van de beginpunten van de Franse revolutie. Het is in Frankrijk nog steeds een nationale feestdag.
Deze zegel verbeeldt thema's uit de Franse revolutie. De Franse revolutie heeft vaak een verlicht imago omdat het oude juk door de bevolking werd afgeschud. Ik wil daartegenover toch wel graag benadrukken dat het echt geen leuke periode was waarin honderdduizenden mensen hun leven hebben gelaten.
De zegel is ingedeeld in dezelfde kleuren als de Franse vlag. In de drie aparte vlakken beelden klassiek geklede dames de drie onderdelen van de leus van de Franse revolutie uit: liberty, equality and fraternity, ook wel vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Links onder het woord 'liberty' zien we een engel met militaire attributen. Zij heeft een steen in haar handen met opschrift. Ik kan het opschrift niet lezen. Onder haar voeten vertrapt zij een duivels figuur.
Onder het woord 'equality' zien we een dame met een, naar het lijkt, wiskundig attribuut. Het lijkt een soort meetinstrument. Misschien wordt ermee bedoeld dat er met gelijke maten gemeten dient te worden. Dat was voorafgaand aan de Franse Revolutie namelijk hét topic. De eerste en de tweede stand (de adel en de geestelijkheid) genoten namelijk allerlei privileges, bijvoorbeeld op belastinggebied, die de burgerij niet genoot.
'Fraternity' wordt uitgebeeld door middel van twee zoenende kinderen. Deze worden door de dame met haar mantel afgedekt. In haar hand draagt de dame twee hartjes. Ik kon tijdens het bekijken van de zegel maar niet bedenken waarom twee zoenende kindjes broederschap uitbeelden. Deze site bood gelukkig uitkomst. De tekening is gebaseerd op een oude gravure. Op deze gravure zijn het echter een blank en zwart kindje die zich 'verzoenen'. Op deze postzegel zijn dat twee blanke kindjes geworden. Vrij frappant.
Ik heb nog meer wetenswaardigheden over de zegel ontdekt. Zo is de zegel uitgegeven op 14 juli 1989, tweehonderd jaar na de bestorming van de Bastille. De bestorming van de Bastille wordt vaak gezien als een van de beginpunten van de Franse revolutie. Het is in Frankrijk nog steeds een nationale feestdag.
zondag 3 april 2016
Alle plakkende leert men
Aangezien ik aankomende zomer twee weken in Cambridge mag genieten van het International Summer Programme, en dat programma helaas een beetje veel centjes kost, ben ik een grote hoeveelheid van oude kinderspullen aan het verkopen. Mijn hele kamer is zodoende één grote uitstalling van Pokémonkaarten, stripboeken, poppetjes en ander grut. In mijn zoektocht op zolder naar andere curiosa die ik van de hand kon doen kwam ik mijn oude postzegels weer tegen. Ik heb een tijdje als kind verwoed postzegels gespaard. Ik weekte de postzegels van enveloppen af en heb ook heel veel zegels gekregen van mijn tante, mijn vader, mijn opa en vele andere familieleden. Ik vond het echt leuk om weer eens door die mappen heen te kijken. Sommige zegels zijn vrij voorspelbaar. De koning of koningin op de zegel heeft bijna elk land wel. Ook valt het best te verwachten dat er een Australische zegel met het Sydney Opera House in mijn verzameling zat.

Wat ik dan weer erg leuk vind, is dat ik de zegel online binnen een paar klikken kan vinden op de site Catawiki. Zo weet ik nu dat mijn zegel uit 1971 stamt en dat hij ongestempeld €0,30 waard is. Er zijn 139.080.000 zegels van dit type gedrukt. Bijna 140 miljoen mensen hebben hun post dus kunnen frankeren met een anti-drugs zegel.

Ook mijn Duitse zegels, die allerlei tips geven over wat niet zo handig is om te doen binnen het alledaagse werkproces, staan niet in de Catawiki databank. Er staat wel een boekje in, waarin onder de dezelfde slogan als op de postzegels: "Jederseit Sicherheit" allerlei tips over een veilige werkomgeving worden gegeven.
Het boekje dateert uit 1986, dus ook mijn postzegels zullen wel uit die tijd stammen. De tips zijn hier wel vrij banaal. Zeker de tip op de rode 30 cent zegel. Daar staat eigenlijk dat het niet handig is om een baksteen op je hoofd te laten vallen. Om daarachter te komen heb je naar ik meen geen postzegel nodig die dat even toelicht.
Reflectie op maart: boeken
Afgelopen maand heb ik het boek Veiliger oord van Hilary Mantel aangeschaft. Op het moment ben ik op pagina 228. Dat valt me alles mee. Natuurlijk zou ik het liefst het hele boek in een maand doorspitten maar omdat ik voor rechten en filosofie een hoop moet lezen valt de tijd die ik over heb voor romans altijd erg tegen. Het boek is erg goed geschreven en pakkend. Het gaat wel om een hele hoop personages. Soms duizelt het een beetje, zeker door de constante perspectiefwisselingen. Niettemin een ontzettende de aanrader.
Voor de rest heb ik deze maand het boekenweekessay van David van Reybrouck gelezen. Daar heb ik al een stukje over geschreven.
Voor filosofie heb ik de Social Contract van Rousseau (leuk!) en de Prolegomena van Kant (niet leuk!) gelezen. Ik zou eigenlijk wel de tijd willen hebben om de Social Contract nog een keer of wat te lezen om er dan interessante dingen over te schrijven. Ik heb er gelukkig op mijn tentamen genoeg interessants over geschreven, want ik had een 7,6 :).
De Prolegomena van Kant is echt heel taai. Dat maakt het minder interessant dan de tekst van Rousseau. Rousseau is een stuk vaardiger in zijn manier van schrijven, stilistisch gezien.
Voor rechten meerdere boeken en stapels jurisprudentie gelezen. Ik kan niet echt een leuke zaak noemen die er nou boven uit springt qua interessantheid. De meeste zaken zijn zo specialistisch dat ze antwoord geven op een vraag die door niet-juristen nooit gesteld zou worden. Dat maakt ze niet zo interessant om over te vertellen. Neem bijvoorbeeld HR 31 oktober 1997 Ontvanger/Rabo (Portcabin). Daarin werden de maatstaven genoemd waaraan een zaak, in dit geval een Portcabin, kan worden getoetst om na te gaan of een zaak onroerend is of niet. Waarom maakt dat uit vraag je je af? De Rabobank had een hypotheekrecht en wilde dit hypotheekrecht uitwinnen. Hypotheekrecht is echter enkel gevestigd op onroerende zaken. Dat betekent dat wanneer de Portcabin onroerend is, de Rabobank ook de Portcabin kan uitwinnen in het kader van haar hypotheekrecht.
Is wel interessant, maar nou niet echt een uitspraak waarvoor de gemiddelde niet-jurist een flesje wijn opentrekt, denk ik zo.
Ik heb deze maand ook het boek Anna Karenina gekocht (om het boekenweekgeschenk bij te krijgen), ik ben nog niet begonnen. Het boekenweekgeschenk kon me niet echt pakken. Ik heb het na een paar bladzijden weg gelegd. Ik kwam er trouwens achter dat ik de laatste editie van Nederland leest (die van 2015, die kwam in november uit) had gemist. Ik heb het boekje dus op marktplaats aangeschaft. Het thema, korte verhalen, sprak me aan. Ik ben nog niet begonnen.
Voor de rest heb ik deze maand het boekenweekessay van David van Reybrouck gelezen. Daar heb ik al een stukje over geschreven.
Voor filosofie heb ik de Social Contract van Rousseau (leuk!) en de Prolegomena van Kant (niet leuk!) gelezen. Ik zou eigenlijk wel de tijd willen hebben om de Social Contract nog een keer of wat te lezen om er dan interessante dingen over te schrijven. Ik heb er gelukkig op mijn tentamen genoeg interessants over geschreven, want ik had een 7,6 :).
De Prolegomena van Kant is echt heel taai. Dat maakt het minder interessant dan de tekst van Rousseau. Rousseau is een stuk vaardiger in zijn manier van schrijven, stilistisch gezien.
Voor rechten meerdere boeken en stapels jurisprudentie gelezen. Ik kan niet echt een leuke zaak noemen die er nou boven uit springt qua interessantheid. De meeste zaken zijn zo specialistisch dat ze antwoord geven op een vraag die door niet-juristen nooit gesteld zou worden. Dat maakt ze niet zo interessant om over te vertellen. Neem bijvoorbeeld HR 31 oktober 1997 Ontvanger/Rabo (Portcabin). Daarin werden de maatstaven genoemd waaraan een zaak, in dit geval een Portcabin, kan worden getoetst om na te gaan of een zaak onroerend is of niet. Waarom maakt dat uit vraag je je af? De Rabobank had een hypotheekrecht en wilde dit hypotheekrecht uitwinnen. Hypotheekrecht is echter enkel gevestigd op onroerende zaken. Dat betekent dat wanneer de Portcabin onroerend is, de Rabobank ook de Portcabin kan uitwinnen in het kader van haar hypotheekrecht.
Is wel interessant, maar nou niet echt een uitspraak waarvoor de gemiddelde niet-jurist een flesje wijn opentrekt, denk ik zo.
Ik heb deze maand ook het boek Anna Karenina gekocht (om het boekenweekgeschenk bij te krijgen), ik ben nog niet begonnen. Het boekenweekgeschenk kon me niet echt pakken. Ik heb het na een paar bladzijden weg gelegd. Ik kwam er trouwens achter dat ik de laatste editie van Nederland leest (die van 2015, die kwam in november uit) had gemist. Ik heb het boekje dus op marktplaats aangeschaft. Het thema, korte verhalen, sprak me aan. Ik ben nog niet begonnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)