Vandaag heb ik 3 aaneengeschakelde colleges gehad (met een lunchpauze in het midden). Daarna had ik even rust, wat wel fijn was, want gister was het erg druk. Het begon vanochtend met een lezing over stedelijke conflicten in de Middeleeuwen. Vanuit mijn rechtenachtergrond vind ik dat bijzonder boeiend. Vooral in universiteitssteden waar een hele hoop jonge jongens bij elkaar werden gezet (er zijn schattingen van ongeveer 1000 studenten in Oxford) ging er nog al eens wat mis. De jongens dronken te veel en dan kwamen er conflicten. Ook andersoortige conflicten deden zich voor. Hoewel er wel wetten waren werden een hoop conflicten opgelost door middel van arbitrage (er kwam een derde partij bij die het conflict zalvend op wilde lossen, dat lijkt voor ons nu meer op omkoperij). Wanneer men er met deze partij er niet uit kwam kon de koning er altijd nog worden bij gehaald. De koning treedt dan als, bijzonder invloedrijke, arbiter op.
Daarna twee lezingen over het leven aan het hof. Tot mijn grote verdriet heb ik morgen al weer de laatste twee lezingen van dit vak :(. Ik heb er enorm veel plezier in. In het eerste uur hebben we gekeken naar het hof van de Bourgondische Volois. Dit hertogdom had op een zeker moment ook Nederland onder zijn gebieden. Het was een zeer uitgebreid hof dat ongeveer 1000 mensen herbergde (dat is enorm, zelfs vergeleken met hoven van koningen). Doordat het zeer uiteenlopende gebieden onder zich had was het zeer gedecentraliseerd. Dit is een van de redenen dat het hertogdom uiteindelijk onder de voet is gelopen.
De laatste lezing van vandaag ging over de soort van literatuur die aan het hof werd gelezen. In de 15de eeuw konden de koningen zelf lezen. Daarvoor werden de koningen vaak voorgelezen. Een groot deel van de boeken die werden gelezen waren heroïsche boeken. Boeken over de Karel de Grote en Koning Arthur waren zeer populair. Ook boeken met bewerkingen van verhalen uit de Griekse en Latijnse oudheid waren populair. Zo werd van Aeneas een perfecte deugdzame middeleeuwse ridder gemaakt, om hem op die manier beter te laten aansluiten bij het middeleeuwse publiek. Koningen lazen daarnaast ook politieke literatuur. Voor koningen was het een vorm van prestige als zij bekende schrijvers aan het hof hadden woonden. Deze schrijvers werden dan ook beloond met een jaarlijkse toelage.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten