Musea hebben het imago van oude, stoffige, imposante gebouwen met een grote, zeer oude collectie.
Een museum is een monument van het verleden. De tentoonstelling in het Groninger Museum, David Bowie is, laat zien dat het ook anders kan. In het museum wordt je met gebruik van een koptelefoon en veel geprojecteerde beelden door het oeuvre van de vrij excentrieke Bowie geloodst. Het resultaat is op zijn zachts gezegd imposant en het doet afvragen of niet ook bij andere tentoonstellingen een dergelijke multimedia ervaring moet worden nagestreefd.
Het laten horen van muziek was in het geval van Bowie een voor de hand liggende keuze. Toch vond ik het een welkome afwisseling op de normale koptelefoontours die in musea worden aangeboden. Pas ben ik in het Boijmans naar van Bosch tot Breugel geweest. Ik vond dat een prachtige voorstelling maar ik vraag me wel af hoe ik de tentoonstelling had ervaren als de schilderijen en tekeningen door muziek en spraak waren verstrekt. Is er niet te achterhalen wat voor muziek kunstenaars beluisterden bij het vervaardigen van een bepaald werk?
Wat ook fijn is, is dat de koptelefoon weet waar je bent en daarom het geluid aan past aan wat je op dat moment ziet. Je hoeft dus niet bij elk voorwerp op een van de tientallen nummers op een apparaatje te klikken. Op naar de nieuwe museumbeleving :).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten